Vocational Service

Vocational Service is het beginpunt van Rotary geweest. Paul Harris, de oprichter van Rotary, maakte zich als jong advocaat in Chicago aan het begin van de 19de eeuw zorgen over het gebrek aan maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef en ethische plichtsbetrachting in de beroepsuitoefening in zijn omgeving. Het was een tijd van economische crisis en roofridderkapitalisme. Menigeen zocht de grenzen van de wet op en ging er zelfs ruim overheen. Zelf bouwde hij een juridische praktijk op waarin hij de belangen van slachtoffers van fraude, faillissement en verduistering behartigde. 
 

In 1905 nodigde hij een viertal vrienden bij zich thuis uit om te overleggen of ze hier verandering in konden brengen. Ze besloten een club op te richten die zou streven naar meer aandacht voor normen en waarden in de beroepsbeoefening en bedrijfsvoering. In een vertrouwde omgeving zouden beroepsbeoefenaren dan vriendschap, ethiek en zakendoen kunnen combineren.

Vanaf toen af kwam de club wekelijks bijeen, waarbij gastheerschap en voorzitterschap rouleerden: Rotary was geboren. Het concept sprak aan en het aantal clubs groeide snel, gepland en ongepland. Rotary International werd opgericht, en na een stagnatie door de Eerste Wereldoorlog veroverde Rotary de wereld.
 

Vocational Service is niet alleen het vertrekpunt van Rotary geweest, maar is nog steeds de kern ervan. De Engelse term vocation kan zowel worden vertaald als ‘beroep’ en als ‘roeping’. Rotarians oefenen een beroep niet alleen uit om te voorzien in hun levensonderhoud, maar verwerkelijken erin ook gedeelde opvattingen over maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef en morele plichtsbetrachting.

Rotary is dan ook een club voor beroepsbeoefenaars en bedrijfsvoerders die bij de uitoefening van hun beroep en bedrijf normen en waarden hoog in het vaandel voeren.
 

Vakbericht

Het vakbericht is één van de manieren waarop Vocational Service wordt uitgedragen. Het doel ervan is meer  inzicht te ver krijgen in hoe medeleden functioneren binnen hun beroep en met welke morele dilemma’s ze in hun beroepsuitoefening te maken krijgen. Door beter te gaan begrijpen hoe andere beroepen morele dilemma’s  oplossen en zo bijdragen tot verantwoordelijk samenleven kunnen Rotarians hun eigen beroep ook beter uitoefenen. Het aanhoren en bediscussiëren van het vakbericht van een medelid biedt de kans kennis te nemen van de gang van zaken in andere beroepen en er lessen uit te trekken.
 

Tevens draagt het bij aan het voorbereiden van het eigen vakbericht. Het is namelijk een goede gelegenheid om ook de uitoefening van het eigen beroep weer eens onder de loep te nemen. Daarbij spelen vragen mee als:

  • Wat is de toegevoegde waarde van mijn beroep?
  • Hoe onderscheidt men goede van slechte beroepsuitoefening?
  • Welke morele problemen kom ik tegen?
  • Met welke beroepen kom ik in de uitoefening het meest in aanraking?
  • Waar treden de meeste wrijvingspunten op en hoe zijn die te vermijden?

Levensbericht

Vocational Service komt ook aan de orde bij het levensbericht. Voor het houden van een levensbericht moet je je kwetsbaar durven opstellen. Daarom is het goed dat de Rotarian zich eerst vertrouwd voelt in de club alvorens een levensbericht te houden. Is het eenmaal zover dan versterkt het levensbericht de onderlinge band en het vertrouwen.

In een levensbericht durf je immers jezelf te laten zien in de meest letterlijke betekenis van het woord. De volgende soort vragen kom en daarbij aan de orde:

  • Wie ben ik?
  • Waaraan ontleen ik mijn visie op het leven, de maatschappij, relaties, mijn werk?
  • In hoeverre is het ouderlijk gezin daarop van invloed geweest?
  • Wat is die visie?
  • Kom ik in mijn dagelijks (werk) leven morele dilemma’s tegen en hoe ga ik daarmee om?
  • Welke keuzes heb ik gemaakt en waarom juist deze?

Vak- en levensberichten zijn echter niet genoeg. Optimale invulling van Vocational Service gebeurt door het bespreken van morele dilemma’s in sommige lunchbijeenkomsten en vooral bij avondjes van acht